Utrecht Museum Kruideniersbedrijf Betje Boerhave 2012
Het Museum is gevestigd in een klein, vroeg 17e eeuws huisje. Zonder moeite waan je je in de tijd van Betje Boerhave, een kruideniersvrouw uit de 19e eeuw. In de winkel is allerlei snoepgoed uit grootmoedertijd te koop. Boven de winkel is het kleine museumpje waar allerlei kruideniersartikelen te zien zijn. Ook zijn er spulletjes te zien wat je vroeger kon sparen met zegeltjes van de koffiemelk enz. Een groep vrijwilligers runnen het winkeltje en museum. De toegang is gratis. Het is vrij klein maar gewoon leuk om even naar binnen te lopen en met het kopen van wat lekkere snoepjes steun je de mensen om het in stand te houden.
Betje Boerhave Utrecht Grocery Store Museum (time travel!) @video by Secrets of Utrecht
Betje Boerhave is a candy store as in your wildest dreams. Stuffed with jars filled with sweet temptation. Go back in time and feel like an excited kid again. It is possible at the Betje Boerhave Museum in Utrecht. Prefect time travel!
Een geweldige snoepwinkel! Terug in de tijd bij Betje Boerhave waar je snoepjes kan kopen zoals je grootouders die hadden en het wordt afgewogen met loodjes door supervriendelijke vrouwen in schort. Hier wil iedereen snoepjes eten! Tijdreis!
Museum t’ Kiekhuus Wolvega
Museum t’ Kiekhuus Wolvega - Oude sigarenzaak, kruidenierswinkel met oud klaslokaal.
Een bezoekje aan Betje Boerhave
Op zaterdag een keer met je kinderen naar het centrum van Utrecht. Dan moet je beslist eens langs bij Betje Boerhave. Een snoepwinkel en superschattig kruideniersmuseum met Roald Dahlachtige allure.
De Koppelsluis, De Veenvaart en openluchtmuseum Het Veenpark - Hoe Leuk is... Nederland
De Koppelsluis, vlakbij Emmen is onderdeel van De Veenvaart, een kanaal met een verhaal.
Bij deze sluis staan er twee sluizen achter elkaar die ervoor zorgen dat een hoogteverschil van maar liefst 5 meter wordt overbrugd. Daarnaast maakt deze sluis deel uit van het nieuwe kanaal dat dwars door het Oosterbos loopt. Dat kanaal heet het Willem-Alexander kanaal en is zo'n 4 km lang.
In totaal is de Veenvaart wel 20 km lang, en duurt het gemiddeld 2,5 uur om het kanaal te bevaren. Wij gaan vandaag alleen het nieuwe stuk bewonderen, en varen dan uiteindelijk door naar het Veenpark.
En zo komen we van de Veenvaart aan bij het openluchtmuseum Het Veenpark. De Veenvaart loopt namelijk dwars door het Veenpark heen.
Het Veenpark ligt in Barger-Compascuum, ten oosten van Emmen. In dit museum krijg je een kijkje in de Drentse veenhistorie. Door dit grootste museum van Nederland kun je wandelen, varen maar ook je laten vervoeren door één van de twee stoomtreinen.
In het museumpark valt veel te zien. De authentieke dorpjes Aole Compas en Bargermond beschikken nog over een ouderwetse bakker, kruidenier, klompenmaker en turfsteker.
Want dat is nog zo'n hoogtepunt in dit openluchtmuseum; bezoek de laatste plek in Nederland waar nog turf wordt gestoken.
Mocht het nou regenen, niet getreurd. In Het Veenpark valt indoor ook genoeg te zien, zoals de exposities in het Harmonium Museum.
Oftewel: breng een bezoek aan dit openluchtmuseum en waan je weg in de tijd dat men op zoek ging naar het bruine goud: veen
--
'Hoe Leuk is... Nederland' is het wekelijkse programma op SBS6 dat vanaf juni 2013 wordt uitgezonden. Kijk elke zondag om 17.00 uur om te zien waar Bas Muijs de kijker mee naar toe neemt voor nieuwe mogelijkheden voor een buitengewoon dagje uit of weekendje weg in eigen land!
universiteitsmuseum utrecht
vergeet niet om het filmpje te liken , te delen en je te abonneren op mijn kanaal.
De kruidenierswinkel van vroeger
Hoe ging je om met lastige klanten of klanten die klaagden over hun man? Mocht je zomaar een bonbon pakken of deed je dat vroeger niet?
Molenaars Oude Tractoren Museum in Berkel en Rodenrijs krijgt officiële erkenning
Alfred Blokhuizen praat met Ina Molenaar over de historie en de collectie van het museum..
Lees hier meer:
De Stichting Molenaars Oude Tractoren Collectie heeft als doel om deze historische tractoren en het bijbehorend agrarisch erfgoed in een bijzondere, authentieke boerderij (de oudste delen stammen uit 1787!) te behouden, te restaureren en voor het publiek ten toon te stellen. Zodat iedereen kennis kan nemen van het cultuurhistorisch verleden van het alledaagse plattelandsleven. Dat dat goed gelukt is, blijkt we l uit het feit dat het museum is erkend. Het museum is echt de moeite waard.
Oude DAF legervoertuigen
Stukje oude DAF legervoertuigen o.a. ya328
Sabbingers zijn Belgen! (deel-2)
In het Verdronken Land van Saeftinghe staat op een verhoging een onderkomen voor mensen en vee. Zoals dit natuurgebied in de Westerschelde er nu bij ligt, zal het eiland Wolphaartsdijk er 1000 jaar geleden uit hebben gezien. Al voor de eerste bedijkingen verhogen bewoners de nederzetting met zand, klei, mest, graven, afval en woningresten.
De oudste verwijzing naar het eiland Wolphaartsdijk dateert uit 1105. Zeeland wordt die eeuw getroffen door grote overstromingen. In 1134 starten de bewoners na alweer een stormvloed een bedijkingsoffensief. Het eiland met de kernen Sabbinge en Oostkerke komt binnen een dijkring te liggen. In 1206 of 1208 (precies bij de datum zit een vochtveeg, verder is het document in goede conditie) wordt Aegidius van Sabbinge als getuige genoemd in een oorkonde. De oorkonde bevat de oudste, gedateerde vermelding van de naam Sabbinge.
Stormvloed na stormvloed
Omstreeks 1250 geeft Wolfert van Borssele opdracht voor de bouw van een kasteel, het latere onderkomen van de Heren van Sabbinge. Tijdens de Sint Aagtenvloed op 5 februari 1288 verdwijnt bijna heel Zeeland onder water. Alleen de hoge duinen op Walcheren en de polder waarin Sabbinge ligt (nu nog steeds + 0,6 meter ANP) overstromen niet. Geschiedschrijver Melis Stoke rijmt hierover:
Al Zeeland verdronc zekerlike,
zonder Walcheren en Wolfaersdike.
Maar tijdens een zware stormvloed in 1334 verdwijnt nagenoeg het hele eiland Wolphaartsdijk alsnog onder water. De polder rond Sabbinge wordt weer ingedijkt en blijft bewoond. Ad Beenhakker: Het is het enige, steeds bewoond gebleven deel van het oude eiland Wolphaartsdijk. Pas tijdens de watersnood van 1953 komt de Oud-Sabbingepolder tot de heupen in zeewater te staan.
Voornaamste dorp van Wolphaartsdijk
Sabbinge is honderden jaren de voornaamste woonkern van het eiland. Daar liggen verder nog de dorpen Hongersdijk, Westkerke en Oostkerke. Die laatste twee namen geven aan dat Sabbinge het centrum van het eiland was, benadrukt Ad Beenhakker. Hongersdijk en Westkerke verdwijnen tijdens stormvloeden definitief onder water. Oostkerke heet nu Wolphaartsdijk. Sabbinge bouwt omstreeks 1200 de eerste kerk. Rond 1400 maakt de kerk plaats voor een groter Godshuis. Beenhakker: Woningen die te dicht bij de kerk stonden zijn toen gesloopt of verplaatst om plaats te maken voor het kerkhof. Zo ontstond de mooie ronde Ring.
Einde van het eiland
In 1809 leggen Rotterdamse speculanten in het oosten de Wilhelminapolder aan. Het waterschap Zeeuwse Eilanden pompt er het eiland Wolphaartsdijk nog steeds vast aan Zuid-Beveland.
Tot het eind van de negentiende eeuw bestaat Oud-Sabbinge voornamelijk uit de Ring. Veel gezinnen wonen in arbeidershuisjes bij de boerderijen in de polders. Omstreeks 1900 trekken deze naar Oud-Sabbinge en worden er ook woningen gebouwd langs de toegangswegen.
Beenhakker: De voornaamste uitbreiding vindt plaats langs 't Slop. Deze huidige Prins Bernhardstraat was de verbindingsweg met Oostkerke. Dit soort uitbreidingen vond bijna overal plaats in de richting van het grotere dorp. Op de Ring is een woning gesloopt om 't Slop goed te ontsluiten, tot dan moesten de paardewagens er door een steeg. De uitbreiding langs 't Slop sluit aan op de woningen die daar rond 1800 al zijn gebouwd (en waarvan enkele nog steeds zijn bewoond).
Autobezit nekt middenstand
Oud-Sabbinge is tot ver na de Tweede Wereldoorlog zelfvoorzienend met een eigen smid, wagenmaker, een aantal bakkers, slagers, een kapper, visboer, een klompenmaker, kruideniers en een warenhuis. De opkomst van het autobezit maakt hier ook in Oud-Sabbinge een eind aan: de middenstand bezwijkt. Het dorp loopt leeg en bijna een kwart van de huizen is in de jaren zeventig vakantiewoning. De gemeente ontmoedigt dit recreatieve gebruik met succes en geleidelijk werd Oud-Sabbinge weer een levendige woonkern. Weliswaar zonder voorzieningen (in 1973 sluit ook de openbare lagere school) maar ironisch genoeg is het ontbreken daarvan verantwoordelijk voor de beschemde status die Oud-Sabbinge nu heeft: de geprefabriceerde nieuwbouwwijken schragen elders het draagvlak voor onderwijs en zorg. Oud-Sabbinge bouwde nimmer een monotone nieuwbouwwijk en is daardoor een van de meest authentieke gehuchten in Zeeland. En de boer? Die zwoegt voort. Nog steeds.
Interview met architectuurhistoricus Koen Ottenheijm
Kunstgeschiedenisdocent Koen Ottenheijm vertelt over het vak Architectuurgeschiedenis. Wat leer je tijdens deze cursus? En wat is zijn eigen specialiteit?
Mijn DAF ya328 is toen gebruikt voor deze instructie film
Bij navraag bij Defensie is deze film opgenomen in 1961.
Geen verdere info over het onderdeel waarbij hij toen reedt.
Wie me meer kan vertellen over de KL-85-99 graag contact opnemen.